De een vindt 23 graden een normale huiskamertemperatuur, terwijl een ander 17 of 18  graden normaal vindt. We willen maar zeggen: wat we normaal vinden bepalen we zelf. Tenminste: in ons eigen huis. Op kantoren, scholen en instanties is door een standaard model bepaald dat we ons het meest comfortabel voelen bij een temperatuur tussen de 20 en 23 graden Celsius. En dat terwijl andere studies laten zien dat we ons comfortabel kunnen voelen binnen een variatie van temperaturen tussen de 6 en 40 graden Celsius. Dit artikel, dat losjes is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek van onder andere Lenneke Kuijer van de TU Delft, gaat over de vraag hoe we ons denken over comfort kunnen aanpassen om zonder verlies van comfort energie te besparen.

Wat is normaal?

Door de opkomst van centrale verwarming (CV) en airconditioning verwachten mensen dat het in een gebouw altijd tussen de 20 en 23 graden is. En elke facility manager kan je vertellen dat het dan nog nooit naar ieders tevredenheid is. En dat is logisch! Als het buiten 5 graden vriest, is een binnentemperatuur van 23 graden ontzettend warm. Terwijl 25 graden een prima temperatuur zou zijn als het buiten 35 graden is. Het punt is: door deze standaarden voor binnenklimaat verwachten wij met zijn allen dat de binnentemperatuur het gehele jaar door overal gemiddeld 21,5 graad is en daardoor is ons idee over wat comfortabel is, maar ook onze manier van kleden hierop aangepast. Je kunt jezelf de vraag stellen hoe reëel en wenselijk dat is. En vooral: hoeveel energie dat kost.

Dat kan en moet anders

De vraag of dat ook anders kan of zelfs moet, kan natuurlijk met ‘ja’ beantwoord worden. Behalve dat het veel geld kost om flink te stoken of te koelen, heeft het ook een negatieve invloed op het klimaat. De groenste energie is namelijk de energie die je niet verbruikt. Ook duurzame energie moet immers opgewekt en getransporteerd worden.

Laat de ideale, constante temperatuur los

Er ligt een enorm besparingspotentieel als we het concept van een ideale temperatuur op zouden rekken en als mensen tegelijkertijd meer manieren zouden hebben en gebruiken om zelf te zorgen dat ze zich comfortabel voelen. Bijvoorbeeld door ’s zomers een raam open te zetten in plaats van de airco aan te zetten en door ’s winters een extra trui of vest aan te trekken.

Ook thuis

In ons eigen huis bepalen we zelf wat we normaal vinden. Het kan wellicht geen kwaad om onze opvattingen over ‘normaal’ energieverbruik eens tegen het licht te houden. Wat normaal is, is continu in beweging. Vijftig jaar geleden waren ideeën over comfort heel anders dan nu en over vijftig jaar zullen ze ook weer heel anders zijn. Misschien zijn sommige gewoontes rond verwarmen wel wat uit de tijd geraakt nu energiebesparing steeds belangrijker wordt gevonden door steeds meer mensen.

Enkele voorbeelden van gewoontes die misschien minder normaal zullen zijn in een energiezuinige toekomst:

  1. Om de verwarming in de badkamer (de hele dag) aan te doen, terwijl je er maar maximaal een half uur per dag in door brengt.
  2. De verwarming pas lager zetten op het moment dat je gaat slapen.
  3. De hele kamer of zelfs het hele huis verwarmen om jouw plekje op de bank lekker warm te houden.
  4. Je werkkamer hoog opstoken omdat je zo koud wordt achter je computer en tegelijk je concentratie verliezen door gebrek aan frisse lucht.
  5. s Morgens het hele huis opwarmen wanneer je binnen een uur allemaal de deur uit bent.

Als je nu toch nieuwsgierig bent naar hoe ‘normaal’ jouw energieverbruik is, dan kun je de test van Milieu Centraal doen om dat uit te vinden.

Voornemens worden gewoontes

Bijdragen aan het realiseren van zo’n toekomst is niet moeilijk, want wat normaal is bepalen we met z’n allen door de dingen die we elke dag doen. Wanneer je ook denkt dat deze manieren van doen misschien een beetje uit de tijd zijn zou je misschien eens kunnen proberen de verwarming bijvoorbeeld wat lager te zetten en een warme trui aan te doen, of bijvoorbeeld de CV zo in te stellen dat deze een uur voor het slapen gaan al lager gaat.

Het mooie is dat als je je een aantal keer anders gedraagt, dat het dan op een gegeven moment een (nieuwe) gewoonte wordt. In het begin moet je eraan wennen om bijvoorbeeld de CV een uur voor het slapen gaan lager te zetten (stel het automatisch in!), maar op een gegeven moment weet je niet beter. En dan ben je zonder moeite en zonder verlies van comfort energie en geld aan het besparen.

Wat is jouw succes?

Het is niet raar om thuis je temperatuur een graadje lager te zetten en een warme trui aan te doen; het is juist logisch, comfortabel en zelfs gezond. Bovendien kun je er ook nog eens flink energie mee besparen. Als je het leuk vindt om te zien wat een verandering je oplevert in termen van geld, CO2-uitstoot en energiebesparing zijn er de steeds populairder wordende slimme meters, zoals de Wattcher en de Thermosmart. Die geven je real time inzicht in je energieverbruik, inclusief tabellen, grafieken en tips.

Over het wetenschappelijke onderzoek

Dit artikel is losjes gebaseerd op onderzoek van Lenneke Kuijer. Lenneke Kuijer is onderzoeker aan de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft. Op 7 februari 2014 – inderdaad: de Greenchoice Warme Truiendag – zal zij haar proefschrift getiteld Implications of Social Practice Theory for Sustainable Design verdedigen. Tijdens haar promotieonderzoek heeft ze middels projecten rond de onderwerpen verwarming, douchen en voeding een nieuwe ontwerpbenadering ontwikkeld. Deze benadering is gebaseerd op een sociologische theorie die sociaal gedeelde gedragspraktijken centraal stelt in plaats van individueel gedrag. Lenneke is afgestudeerd als industrieel ontwerper, maar heeft tijdens haar promotieonderzoek een periode doorgebracht op de afdeling sociologie van de Universiteit van Lancaster in Engeland. Tijdens haar promotieonderzoek is ze begeleid door Prof. Daan van Eijk en Dr. Annelise de Jong.

PS: Lees ook dit artikel in de Volkskrant dat bovenstaand artikel volledig onderschrijft.